HOME
Info Wilhelminasluis
Dagelijks Nieuws
Foto's Vrachtschepen
Andere Scheepsfoto's
Bijzondere schepen
Schepen >100 jaar
Historie sluis
Oorlog in de Regio
Historie in de Regio
Andel Toen en Nu
Verhalen
Bodemvondsten
Leuke websites
Andel Wandelt
Vragen
Reacties
Contactformulier

Op 4 oktober 2007 zie ik vroeg in de ochtend de Tarragona door de Wilhelminasluis komen, op de foto hierboven vaart het schip nog in de Waalhaven van de Wilhelminasluis. Het is dan nog een onbekend schip voor me, vandaar dat het een plaatsje krijgt op de website in de foto-overzichten van schepen.
In juni 2014 ontvang ik het verenigingsblad van "De Binnenvaart" waarin een artikel van Jos Hubens in de rubriek "Wat voer/vaart daar?" mijn aandacht trekt. De Tarragona blijkt een wel heel bijzonder schip te zijn. Hieronder het artikel van Jos Hubens, ambassadeur van De Binnenvaart.


ATR 1    

In 1960 kwam het motortankschip ALUMINIA in de vaart en kort daarna een bunkerboot, met als thuishaven Koblenz. Beide schepen waren geheel van aluminium gemaakt. Doordat er nogal wat problemen optraden met de zwakke voor- en achterschepen, kwam Willy Becker op het idee om alleen een middenschip van aluminium te vervaardigen en het voor- en achterschip van staal.
Dit bijzondere schip, de ATR 1, kwam in 1961 in de vaart en na vele verbouwingen en aanpassingen is het nog steeds in de vaart en draagt nu de naam TARRAGONA.

Sectiebouw    
De Adria Tank Reederei GmbH uit Hamburg nam in 1961 het motortankschip ATR 1, met als eigenaar Willy Becker, in de vaart. Dit schip had de afmetingen 67,05 x 9,00 meter en een diepgang van 2,26 meter. Bij dit schip waren het voor- en achterschip van staal, maar er was een aluminium middensectie geplaatst. Het middenschip had aan de buitenkant de vorm van een ronde pijp.
De bodem van de middensectie was 25 mm en de zijden waren 15 mm dik. Aan de binnenkant van het middenschip waren grote zware spanten geplaatst die circa 1 meter uit elkaar stonden. Verder bestond de sectie uit één dwarsschot en twee langsschotten. 

Uitrusting     
De voortstuwing werd geleverd door twee Buckau Wolf dieselmotoren van elk 450 pk. Het schip was geheel hydraulisch uitgevoerd, men kon toen al vanuit de stuurhut de ankers laten vallen en ook weer opdraaien. Nog een bijzonderheid was dat men vanuit de stuurhut de schroeven circa 50 cm kon laten zakken. De schroefassen waren namelijk scharnierend bevestigd, direct bij binnenkomst in het achterschip. Dit was in de praktijk echter geen succes, want door lekkage aan de hydraulische hefcilinder zakten de schroeven vanzelf naar beneden, wat bij een geladen schip, op waterstand, geen goed deed aan de scheepsschroeven. De scheepsschroeven waren alleen aan de uiteinden als as uitgevoerd, het middenstuk was een pijp.

Verwisselbaar middenschip     
Het 40 meter lange aluminium middenschip kon door middel van flensverbindingen stijf gekoppeld worden met het voorschip en een achterschip, waar zich de voortstuwingsinstallatie bevond.
Tuusen het voor- en achterschip en het ladinggedeelte waren kofferdammen gemaakt. In deze kofferdammen konden de flenzen door middel van bouten met elkaar verbonden worden.
Het zou snel losgemaakt en vervangen kunnen worden door een ander middenschip, dat reeds een (andere) lading had ingenomen of al gelost had. Er is echter nooit een tweede exemplaar van een dergelijk middenschip gebouwd. Men dacht aan meer dan één van zulke zelfdragende middenschepen (die aan duwbakken doen denken), die door speciale koppelingen tussen voor- en achterschip zo bevestigd konden worden dat zij als het ware een overgang zouden kunnen vormen tot een duweenheid.

Lading      
Doordat het middenschip en daardoor de gehele laadruimte van aluminium was, dacht men toen nog dat zeer gevoelige chemicaliën e.d. daarin vervoerd konden worden en dat de tanks gemakkelijk inwendig te reinigen zouden zijn, ook met water, zonder dat het zou gaan oxideren.
Het schip zou ook wijn kunnen gaan vervoeren; hiervoor was in het middenschip een speciale wijnpomp geplaatst. De ATR 1 had zes ladingtanks, bestaande uit twee middentanks van 250 m3 en vier zijtanks van 100 m3; dit gaf een totaal laadvermogen van 900 m3.

Ombouw     
Het schip is in 1972 verkocht aan familie Ruytenberg uit Werkendam en werd herdoopt in ADRI. De motoren werden vervangen door twee gereviseerde Deutz motoren van elk 290 pk. Echter de eerder genoemde aluminium flensverbindingen gingen scheuren. Dit proces begon bovenin en zette zich naar onderen voort, dit luidde het einde in van dit innovatieve middenschip.

   

De ADRI op de werf. Duidelijk is de verbinding tussen het achter- en middenschip te zien

 

De Adri nog als tankschip. In 1982 werd het midden-tankschip vervangen door een droge ladingsectie

Het schip heeft een tijd opgelegd gelegen en in 1982 werd bij scheepswerf St. Barbara in Eisden het aluminium middentankschip vervangen door een stalen drogelading-middensectie. Uiteraard zonder flensverbindingen maar geheel gelast.
Dit innovatieve schip is nog steeds in de vaart onder de vlag van België, heeft nu de afmetingen van 85 x 9.05 x 2.88 meter met 1508 ton en is uitgerust met twee Cummins motoren van 508 pk.

Vanaf 1982 tot 1999 voer de voormalige ATR 1 als motorvrachtschip Lotus. In 1999 werd zij verkocht aan A. Courtois in Brugge en herdoopt in TARRAGONA (06003477)

Als TARRAGONA passeerde zij op 18-03-2013 de Volkeraksluizen. Alleen de kenners weten dat dit ooit een bijzonder schip was.

Met dank aan Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart, voor zijn toestemming dit artikel op deze website te plaatsen. 

De eerste foto komt uit mijn archief, De andere foto's zijn van resp. Fotoarchief Jos Hubens, Fotoarchief G. Kornet (2x), Teun van der Zee (15-08-2006) en Leo Schuitemaker

                                terug naar boven                          terug naar Bijzondere schepen      

Top